Return to Video

45-45-90 (rechthoekige) driehoeken

  • 0:02 - 0:05
    Welkom bij de presentatie over 45-45-90 driehoeken
  • 0:05 - 0:07
    Laat ik dat opschrijven.
  • 0:07 - 0:08
    Hoe kan het dat de pen...oh, kijk eens aan.
  • 0:08 - 0:16
    45-45-90 driehoeken
  • 0:16 - 0:19
    Of we kunnen zeggen 45-45-90 rechthoekige driehoeken, maar dat
  • 0:19 - 0:22
    is overbodig, want we weten dat elke hoek met 90 graden
  • 0:22 - 0:24
    is een rechthoekige driehoek
  • 0:24 - 0:28
    en zoals je je wel kan voorstellen, de 45-45-90, dit zijn eigenlijk
  • 0:28 - 0:31
    de graden van de hoeken van een driehoek.
  • 0:31 - 0:33
    Dus waarom zijn deze driehoeken speciaal?
  • 0:33 - 0:36
    Nou, als je de vorige presentatie gezien had die ik je heb gegeven
  • 0:36 - 0:44
    over de wiskundige stelling, dat als je twee van de basis hoeken
  • 0:44 - 0:49
    van een driehoek gelijk zijn, en het is alleen een basishoek
  • 0:49 - 0:50
    als je het zo tekent
  • 0:50 - 0:52
    Je kunt het ook zo tekenen, in dit geval is het misschien niet zo
  • 0:52 - 0:55
    duidelijk dat dit een basishoek is, maar het is nog steeds waar.
  • 0:55 - 0:59
    Als deze twee hoeken gelijk zijn, dan zijn de zijden
  • 0:59 - 1:02
    dat ze niet delen, dus deze zijde en deze zijde in dit voorbeeld
  • 1:02 - 1:05
    of deze zijde en deze zijn in dit voorbeeld, dan
  • 1:05 - 1:07
    zullen de twee zijden gelijk zijn.
  • 1:07 - 1:11
    Dus wat er zo interessant is aan 45-45-90 driehoeken
  • 1:11 - 1:14
    is dat dit is een rechthoekige driehoek met de gegeven eigenschap
  • 1:14 - 1:16
    En hoe weten we dat dit de enige rechthoekige driehoek is
  • 1:16 - 1:18
    dat deze eigenschap bevat?
  • 1:18 - 1:21
    Nou, je zou jezelf een wereld kunnen voorstellen waar ik je vertelde dat
  • 1:21 - 1:24
    dit een rechthoekige driehoek is.
  • 1:24 - 1:28
    Dit is 90 graden, en dit is de schuine zijde.
  • 1:28 - 1:32
    Dit klopt, het is de zijde tegenover de hoek met 90 graden.
  • 1:32 - 1:37
    En als ik je zou vertellen dat deze twee hoeken gelijk zijn
  • 1:37 - 1:40
    aan elkaar, wat zouden deze hoeken dan moeten zijn?
  • 1:40 - 1:43
    Nou als we deze twee hoeken "X" noemen
  • 1:43 - 1:44
    we weten dat hoeken in een driehoek bij elkaar op 180 moeten uitkomen
  • 1:44 - 1:49
    Dus we kunnen zeggen "X" + "X" - dit is 90 -
  • 1:49 - 1:53
    + 90 is gelijk aan 180
  • 1:53 - 1:58
    Of 2X + 90 = 180
  • 1:58 - 2:01
    Of 2X = 90
  • 2:01 - 2:06
    Of X = 45 graden
  • 2:06 - 2:10
    Dus de enige rechthoekige driehoek waarin de andere twee hoeken
  • 2:10 - 2:18
    gelijk zijn is een 45-45-90 driehoek
  • 2:18 - 2:23
    Dus wat is er zo interessant aan een 45-45-90 driehoek?
  • 2:23 - 2:27
    Nou behalve dat wat ik je net verteld heb - ik zal het hertekenen.
  • 2:27 - 2:29
    Ik zal het hertekenen op deze manier.
  • 2:29 - 2:35
    We weten dus dat dit 90 graden is, dit is 45 graden,
  • 2:35 - 2:37
    dit is 45 graden.
  • 2:37 - 2:40
    Op basis van wat ik je net verteld heb, weten we ook dat
  • 2:40 - 2:46
    de zijden dat de hoeken met 45 graden niet delen, gelijk zijn
  • 2:46 - 2:50
    Deze zijde is gelijk aan deze zijde.
  • 2:50 - 2:52
    En als we het bekijken aan de hand van de stelling van Pythagoras
  • 2:52 - 2:55
    dan vertelt dit ons dat de twee zijden dat niet
  • 2:55 - 2:58
    schuinhoekig zijn, gelijk zijn aan elkaar.
  • 2:58 - 2:58
    Dit is de schuine zijde
  • 2:58 - 3:04
    .
  • 3:04 - 3:10
    Laten we deze zijde A noemen en deze zijde B.
  • 3:10 - 3:11
    We weten aan de hand van de stelling van Pythagoras,
  • 3:11 - 3:15
    laten we zeggen de schuine zijde is gelijk aan C, de stelling
  • 3:15 - 3:21
    vertelt ons dat A² + B² = C²
  • 3:21 - 3:22
    Toch?
  • 3:22 - 3:25
    .
  • 3:25 - 3:27
    We weten dat A = B, want dit is een
  • 3:27 - 3:30
    45-45-90 driehoek
  • 3:30 - 3:32
    We kunnen A door B vervangen of B door A
  • 3:32 - 3:35
    Maar laten we B door A vervangen.
  • 3:35 - 3:39
    We kunnen dus zeggen B² +B²
  • 3:39 - 3:42
    = C²
  • 3:42 - 3:47
    Of 2B² = C²
  • 3:47 - 3:55
    Of B² = C² ÷ 2
  • 3:55 - 4:04
    Of B = √ C² ÷ 2
  • 4:04 - 4:07
    wat gelijk is aan C, omdat we net
  • 4:07 - 4:09
    de wortel van de teller en de wortel van de noemer
  • 4:09 - 4:11
    C ÷ √ van 2
  • 4:11 - 4:15
    En uiteindelijk, ook al is dit een presentatie over driehoeken,
  • 4:15 - 4:18
    zal ik je een extra beetje informatie geven
  • 4:18 - 4:20
    over wat we noemen het opheffen van breuken
  • 4:20 - 4:21
    Dit is helemaal correct.
  • 4:21 - 4:26
    We zijn net beland bij B en we weten ook dat A = B, maar
  • 4:26 - 4:30
    dat B = C ÷ √2
  • 4:30 - 4:32
    het blijkt dat in de meeste gevallen van wiskunde,
  • 4:32 - 4:35
    ik heb nooit helemaal begrepen waarom dit het geval was,
  • 4:35 - 4:38
    mensen houden niet van √ (de wortel) in een breuk
  • 4:38 - 4:41
    Of ze houden in het algemeen niet van "irrationele getallen"
  • 4:41 - 4:41
    in een noemer
  • 4:41 - 4:45
    "irrationele getallen" zijn getallen dat decimalen bevat
  • 4:45 - 4:47
    die nooit herhalen en nooit eindigen
  • 4:47 - 4:50
    dus de manier waarop ze de "irrationele getallen" weghalen
  • 4:50 - 4:52
    in de noemer is het opheffen van de noemer
  • 4:52 - 4:54
    in de noemer is het opheffen van de noemer
  • 4:54 - 4:55
    De manier waarop je een noemer opheft
  • 4:55 - 4:56
    is,...laten we er een voorbeeld bij pakken.
  • 4:56 - 5:01
    Als we C ÷ √2
  • 5:01 - 5:03
    zowel de teller als de noemer met
  • 5:03 - 5:05
    dezelfde nummer, toch?
  • 5:05 - 5:08
    Want als je de teller en de noemer vermenigvuldig
  • 5:08 - 5:11
    met dezelfde nummer, dan is het alsof je het vermenigvuldig met 1
  • 5:11 - 5:14
    De wortel van 2 gedeeld door de wortel van 2 is 1.
    √2 ÷ √2 = 1
  • 5:14 - 5:16
    En zoals je ziet, de reden waarom we dit doen is
  • 5:16 - 5:17
    de wortel van 2 vermenigvuldigd met 2,
    √2 × √ 2
  • 5:17 - 5:19
    wat is de wortel van 2 vermenigvuldigd met 2?
    √2 × √2
  • 5:19 - 5:20
    Natuurlijk, het is 2.
  • 5:20 - 5:21
    Toch?
  • 5:21 - 5:24
    We hebben net gezegd, iets keer iets is 2,
  • 5:24 - 5:26
    de wortel van 2 × de wortel van 2 zal zijn 2.
    (√2 × √2 = 2)
  • 5:26 - 5:31
    En de teller is C × √2 ÷ 2
  • 5:31 - 5:34
    Merk op dat C × √2 ÷ 2 is hetzelfde
  • 5:34 - 5:37
    als C ÷ √2
  • 5:37 - 5:40
    dit is erg belangrijk om je te realiseren, want soms
  • 5:40 - 5:41
    als je een oefen test maakt
  • 5:41 - 5:44
    of je doet een test in de klas, dan kun je een antwoord krijgen
  • 5:44 - 5:46
    dat lijkt op dit, het heeft een √2, of misschien alleen een
  • 5:46 - 5:50
    √3 of wat dan ook, in de noemer.
  • 5:50 - 5:51
    En je zult dan niet je antwoord zien bij een
  • 5:51 - 5:53
    meerkeuze vraag.
  • 5:53 - 5:56
    Wat je moet doen in zo'n geval is de noemer vereenvoudigen.
  • 5:56 - 5:58
    Vermenigvuldig de teller en de noemer met
  • 5:58 - 6:01
    √ 2 en je krijgt √ 2 ÷ 2
  • 6:01 - 6:03
    Hoe dan ook, terug naar onze opgave.
  • 6:03 - 6:04
    Wat hebben we geleerd?
  • 6:04 - 6:07
    Dit is gelijk aan B, toch?
  • 6:07 - 6:11
    Het blijkt dat B = C × √ 2 ÷ 2
  • 6:11 - 6:13
    B = C × √ 2 ÷ 2
  • 6:13 - 6:14
    Laat me dat opschrijven.
  • 6:14 - 6:19
    We weten dat A = B toch?
  • 6:19 - 6:28
    en dat = √ 2 ÷ 2 × C.
  • 6:28 - 6:30
    Misschien is het beter om dit te onthouden, hoewel je
  • 6:30 - 6:32
    altijd dit kan vereenvoudigen, als je de stelling van Pythagoras gebruikt.
  • 6:32 - 6:36
    Onthoud dat de zijden dat niet de schuine zijde is
  • 6:36 - 6:40
    in een 45-45-90 driehoek, gelijk zijn aan elkaar.
    A B = C
  • 6:40 - 6:41
    Maar dit is erg goed om te weten.
  • 6:41 - 6:45
    Want als, je de examens doet en je moet snel
  • 6:45 - 6:48
    een opgave oplossen, en je hebt dit
    uit je hoofd geleerd
  • 6:48 - 6:50
    en iemand geeft je de schuine zijde, dan kun je heel snel
  • 6:50 - 6:52
    weten wat de andere zijden zijn, of als iemand je de andere zijde geeft
  • 6:52 - 6:54
    dan kun je heel snel de schuine zijde vinden.
  • 6:54 - 6:56
    Laten we dat uitproberen.
  • 6:56 - 6:59
    Ik zal alles uitwissen.
  • 6:59 - 7:06
    We hebben net geleerd dat
  • 7:06 - 7:10
    A = B = √2 ÷ 2 × C
  • 7:10 - 7:16
    Dus als ik je een rechthoekige driehoek geef, en ik
  • 7:16 - 7:24
    vertelde je dat deze hoek 90 graden is en deze 45
  • 7:24 - 7:29
    en dat deze zijde is 8
  • 7:29 - 7:33
    dan wil ik te weten komen wat deze zijde is.
  • 7:33 - 7:35
    Allereerst, laten we uitrekenen welke zijde
  • 7:35 - 7:36
    de schuine zijde is.
  • 7:36 - 7:40
    De schuine zijde is het tegenovergestelde van de rechtehoekige hoek.
  • 7:40 - 7:42
    We gaan nu dus de schuine zijde bepalen.
  • 7:42 - 7:45
    Laten we de schuine zijde C noemen.
  • 7:45 - 7:48
    En we weten dat dit een 45-45-90 driehoek is, toch?
  • 7:48 - 7:50
    Want deze hoek is 45, dus deze is moet ook 45 zijn,
  • 7:50 - 7:55
    want 45 + 90 + 90 = 180.
  • 7:55 - 7:59
    Dit is dus een 45-45-90 driehoek, en we weten dat een van de zijden
  • 7:59 - 8:06
    dit kan zowel A als B zijn, we weten dat 8 = √2 ÷ 2 × C
  • 8:06 - 8:10
    8 = √2 ÷ 2 × C
  • 8:10 - 8:12
    C is wat we proberen op te lossen.
  • 8:12 - 8:16
    Dus als we beide zijden vermenigvulden met deze formule
  • 8:16 - 8:22
    met 2× √2, - ik ben gewoon aan het vermenigvuldigen
  • 8:22 - 8:24
    met the inverse of the coefficient on C.
  • 8:24 - 8:26
    Want de √ 2 heft de √2 op
  • 8:26 - 8:28
    deze 2 heft zichzelf op met deze 2.
  • 8:28 - 8:38
    We krijgen 2 × 8, 16 ÷ √2 = C
  • 8:38 - 8:40
    Wat klopt, maar zoals ik je liet zien, mensen
  • 8:40 - 8:42
    houden niet van irrationele getallen in de noemer.
  • 8:42 - 8:46
    Dus we kunnen zeggen C = 16 ÷ √2 × √2 ÷ √2
  • 8:46 - 8:51
    C = 16 √2 × √2 ÷ √2
  • 8:51 - 8:59
    Dit = 16 √2 ÷ 2
  • 8:59 - 9:04
    Wat hetzelfde is als 8 √2
  • 9:04 - 9:10
    C in dit geval is 8 √2
  • 9:10 - 9:14
    We weten ook dat, dit een 45-45-90 driehoek is,
  • 9:14 - 9:17
    deze zijde is 8
  • 9:17 - 9:18
    Hopelijk is dit duidelijk.
  • 9:18 - 9:20
    In de volgende presentatie laat ik
  • 9:20 - 9:21
    verschillende types
    driehoeken zien.
  • 9:21 - 9:23
    Ik kan ook starten met meer voorbeelden
  • 9:23 - 9:25
    van dit, want ik heb het gevoel dat ik dit iets te gehaast heb gedaan.
  • 9:25 - 9:28
    In ieder geval, ik zie je snel in de volgende presentatie.
Title:
45-45-90 (rechthoekige) driehoeken
Description:

Introductie van 45-45-90 (rechthoekige) driehoeken

more » « less
Video Language:
English
Duration:
09:30
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
yvonne.kleefkens edited Dutch subtitles for 45-45-90 Triangles
Show all

Dutch subtitles

Revisions