-
.
-
We moeten dit uitschrijven in woorden,
-
en ik ga het niet hardop zeggen, want dan geef ik
-
het antwoord weggeven.
-
We hebben 63.15, wat we in woorden willen opschrijven.
-
Datgene links van het decimale punt,
-
is duidelijk.
-
Ik geef het in verschillende kleuren weer.
-
We hebben 6,3
-
Ik schrijf alles in een andere kleur.
-
Dan hebben we een decimaal, en dan hebben we 1 en 5.
-
Er is een algemene manier om dit te doen, maar we
-
gaan verschillende manieren laten zien,
-
om dit uit te drukken in woorden.
-
We weten hoe we dit getal links van de punt moeten schrijven.
-
Dit is vrij duidelijk.
-
Dit is 63.
-
Laat me dat opschrijven.
-
Dus dit is 63.
-
.
-
En in plaats van de decimaal, schrijven we, en
-
.
-
Nu zijn er twee manieren om dit te doen.
-
We kunnen zeggen, een-tiende en vijf-honderdste, of
-
we kunnen zeggen, dit is vijftien-honderdste.
-
Een-tiende is tien-honderdste.
-
Dus een-tiende en vijf-honderdste is
-
vijftien-honderdste.
-
Dus misscchien kunnen we het opschrijven als: Drie-en-zestig en
-
vijftien-honderdste.
-
.
-
Gewoon zo.
-
Nu is het misschien natuurlijker om te zeggen,
-
waarom zeg ik niet een-tiende en dan
-
vijf-honderdste?
-
En dan kan, maar dan wordt het moeilijker
-
voor iemand anders zijn hersenen om te verwerken wat jij hebt gezegd.
-
Dus het zou kunnen zijn, drie-en-zestig,
-
Laat me dit kopieren en plakken
-
.
-
Het zou drie-en-zestig kunnen zijn, en dan zou je kunnen schrijven
-
een-tiende voor dit getal hier en vijf-honderdste.
-
.
-
Drie-en-zestig en een-tiende en vijf-honderdste is moeilijk
-
voor de meeste mensen om te verwerken.
-
Maar als je zegt, vijftien-honderdste,
-
begrijpen mensen wat je zegt.
-
Niet om oude koeien uit de sloot de halen, maar dit hier, is 1/10
-
en dit hier is 5/100, 5 over 100.
-
Maar als je deze bij elkaar op zou tellen, als je 1/10 optelt
-
bij 5/100, laten we dat doen.
-
Als je nu 1/10 optelt bij 5/100, hoe zou je dat doen?
-
Je hebt een gelijke noemer nodig
-
100 is deelbaar door zowel 10 als 100, dus vermenigvuldig
-
zowel de teller als de noemer door het getal 10.
-
Je krijgt dan 10 bovenaan en 100 onderaan.
-
1/10 is hetzelfde al 10 over 100.
-
1/100 plus 5/100 is gelijk aan 15 over 100, dus dit
-
hier is gelijk aan 15/100.
-
En daarom kunnen we zeggen drie-en-zestig en
-
vijftien-honderdste.
-
.