TED is 30.
Het wereldwijde web viert deze maand
zijn 25e verjaardag.
Daarom heb ik
een vraag voor jullie.
We gaan het hebben
over de reis,
de toekomst, de staat
en het soort web
dat we graag willen.
25 jaar geleden
werkte ik bij CERN
en na een jaar mocht ik
het web doen als een nevenproject.
Ik schreef de code
en ik was de eerste gebruiker.
Ze vreesden dat
niemand eraan
zou willen beginnen
omdat het te ingewikkeld was.
Na veel aandringen
en uitstekende samenwerking
kwam het stap voor stap van de grond.
Het kon beginnen
en dat was geweldig!
Een paar jaar later,
in 2000,
gebruikte 5% van de wereldbevolking
het wereldwijde web.
Zeven jaar later
was dat 17 procent.
In 2008 werd
de WWW Foundation opgericht,
deels om dat diagram te bekijken
en erover te kunnen nadenken.
En nu is het 2014
en 40 procent van de wereldbevolking
gebruikt het wereldwijde web.
De aantallen nemen overduidelijk toe.
Sta eens stil bij de twee kanten daarvan.
Natuurlijk is vraag één
voor iedereen hier bij TED:
wat kunnen we doen
om die andere 60 procent
zo snel mogelijk
mee te krijgen?
Dat is veel, vooral op mobiel gebied.
Maar denk ook eens aan die 40 procent,
want als je daar zelf bij zit
en veel aan het web te danken hebt,
niks meer hoeft te onthouden,
en alles gewoon opzoekt,
dan vind je het misschien een groot succes
en kunnen we rustig achterover leunen.
En ja, het is zeker een succes.
Er is van alles: gratis cursussen
en Wikipedia
en een enorme hoeveelheid gratis e-boeken
die je online kunt lezen,
prachtige mogelijkheden voor educatie,
zaken op allerlei gebied.
Online commercie heeft hier en daar
de hele handel op zijn kop gezet
en maakt handel mogelijk
die eerder niet bestond.
De commercie merkt het bijna overal.
Overheden nog niet overal,
maar ook die merken
het al en op een dag,
open data
en iOverheid.
Er gebeurt dus van alles op het web
dat zichtbaar is,
maar ook minder zichtbare zaken,
zoals gezondheidszorg op de late avond,
als iemand zich zorgen maakt
over welke soort kanker
een vriend misschien heeft,
of als ze op het net met iemand praten
waar ze veel om geven, in een ander land.
Deze dingen zijn niet openbaar,
want in feite is er
een zekere privacy.
We mogen er niet van uitgaan,
dat het web zo is
dat het slechts
een transparant, neutraal medium is.
Dat ik met je kan praten
zonder zorgen
over wat er nu in feite gebeurt,
zonder me er zorgen over te maken
dat er wordt meegeluisterd
en dat ze die data kunnen misbruiken.
Dus we realiseren ons dat we
het web niet zomaar kunnen gebruiken.
We moeten ons zorgen maken over
de onderliggende infrastructuur ervan.
Voldoet die aan onze behoeften?
We genieten van de vrijheid
alles te kunnen zeggen.
We kunnen twitteren en massa's mensen
kunnen onze tweets zien,
behalve als
Twitter wordt geweerd in hun land.
Soms komt informatie op het net terecht,
door onszelf gegeven
over onze toestand
of over de situatie in ons land,
waar niemand anders toegang toe heeft.
Dus we zullen moeten protesteren
en zorgen
dat de censuur vermindert,
dat het web opengaat,
daar waar nu censuur is.
We houden van een open web
waar iedereen met iedereen kan praten
en het niet uitmaakt wie we zijn.
En dan melden we ons aan
bij die grote sociale netwerkbedrijven,
die als silo's gebouwd zijn,
waardoor je makkelijker
praat met iemand
in hetzelfde sociale netwerk
dan met iemand in een ander netwerk,
zodat we onszelf soms beperken.
En dan hebben we ook nog
de filterbubbel.
Het filterbubbelfenomeen ontstaat
doordat we dol zijn op zoekmachines
die ons helpen vinden wat we leuk vinden.
We houden ervan om te zwelgen
in dingen waar we graag op klikken
en dus presenteert
de zoekmachine ons de dingen
die we leuk vinden.
En daardoor krijgen we
een gekleurde kijk op de wereld,
de zogenaamde filterbubbel.
Dus dat zijn dingen die misschien
ons sociale web bedreigen.
Wat voor soort web wil jij?
Ik wil er een dat niet
is gefragmenteerd,
zoals sommige landen hebben voorgesteld
als reactie op het recente meeluisteren.
Ik wil een web dat
een goede basis biedt voor democratie.
Waar ik gezondheidszorg kan raadplegen
met privacy, met veel gezondheids-
en klinische data
die wetenschappers
kunnen onderzoeken.
Ik wil een web waar die andere 60 procent
zo snel mogelijk aan mee kan doen,
dat zo'n sterke basis
voor innovatie biedt
dat als er iets akeligs gebeurt,
zoals een ramp,
we meteen dingen kunnen gaan bouwen
voor een snelle respons.
Dit zijn dus wat dingen die ik wil,
van een hele lange lijst.
Jij hebt je eigen lijst.
Laten we deze 25e verjaardag gebruiken
om na te denken over
ons gewenste web.
Ga naar webat25.org voor enkele links.
Op veel sites zijn mensen
begonnen met een Magna Carta,
een rechtenverklaring voor het web.
Zullen we eens met elkaar afspreken,
dat dit in zekere zin
fundamentele rechten worden:
het recht op communicatie
met wie ik wil.
Hoe ziet jouw Magna Cartalijst eruit?
Laten we een Magna Carta
voor het web opstellen.
Laten we dat dit jaar doen,
en met de energie van de 25e verjaardag
samen een Magna Carta
voor het web opstellen.
Bedankt. En wil je me een plezier doen?
Vecht ervoor, voor mij.
Oké? bedankt.
(Applaus)