Ik ga vandaag praten over meer sparen,
maar niet vandaag, maar morgen.
Ik ga het hebben over Spaar Meer Morgen.
Dat is een programma dat Richard Thaler,
van de Universiteit van Chicago, en ik
zo'n 15 jaar geleden bedachten.
Het programma is in zekere zin
een voorbeeld van behavioral finance
op steroïden --
hoe we behavioral finance echt kunnen gebruiken.
Nu zul je misschien vragen: "Wat is behavioral finance?"
Laten we eens kijken hoe wij met ons geld omgaan.
We beginnen met hypotheken.
Dat is nogal een actueel onderwerp,
tenminste in de VS.
Veel mensen kopen
het grootste huis dat ze zich kunnen veroorloven,
en zelfs nog een tikkeltje groter.
En als ze dan in de problemen komen,
verwijten ze de banken dat
ze de slechteriken zijn die hun hypotheken verstrekten.
Laten we ook eens kijken
hoe we met risico's omgaan --
bijvoorbeeld, investeren in de aandelenbeurs.
Twee, drie, vier jaar geleden,
ging het goed op de markten.
We namen natuurlijk risico's.
Toen aandelen kelderden
dachten we: "Wauw.
Die verliezen voelen, emotioneel,
heel anders dan
wat we verwachtten
toen de markten nog stegen."
Dus misschien zijn we niet zo sterk
in het nemen van risico's.
Wie van jullie heeft een iPhone?
Iemand? Mooi.
Ik durf te wedden velen van jullie
die iPhone hebben verzekerd --
je hebt impliciet een verzekering gekocht door een verlengde garantietermijn.
Wat nu als je je iPhone verliest?
Wat dan?
Wie van jullie heeft kinderen?
Iemand?
Houd je hand omhoog
als je levensverzekering hoog genoeg is.
Ik zie een hoop handen zakken.
Ik zal voorspellen,
als jullie een representatieve groep zijn,
dat veel meer van jullie
eerder hun iPhone verzekeren dan hun leven,
zelfs als je kinderen hebt.
We doen het niet zo goed als het om verzekeren gaat.
Het gemiddelde Amerikaanse huishouden
geeft 1000 dollar per jaar uit
aan loterijen.
Ik weet dat het gek klinkt.
Wie van jullie geeft duizend dollar per jaar uit aan loterijen?
Niemand.
Dus dat leert ons dat de mensen buiten deze zaal
meer dan duizend dollar uitgeven
om gemiddeld op duizend uit te komen.
Mensen met een laag inkomen
geven een hoop meer dan duizend dollar uit aan loterijen.
Dus wat leert dat ons?
We zijn niet zo goed in het beheren van geld.
Behavioral finance is eigenlijk een combinatie
van psychologie en economie,
proberen te begrijpen
welke fouten mensen maken met geld.
Ik kan hier blijven staan
voor de 12 minuten en 53 seconden die ik nog heb
om lol te hebben over allerlei manieren
van geld beheren,
en aan het eind zullen jullie vragen: "Hoe kunnen we mensen helpen?"
Daar wil ik me vandaag echt op richten.
Hoe kunnen we
de fouten begrijpen die mensen maken met geld,
en die gedragsuitdagingen omkeren
in gedrags-oplossingen?
Vandaag ga ik praten over
Spaar Meer Morgen.
Ik wil het probleem van sparen
ter sprake brengen.
Op het scherm staat
een representatieve groep
van 100 Amerikanen.
We gaan hun spaargedrag bekijken.
Het eerste dat opvalt is
dat de helft
niet eens toegang heeft
tot een pensioenspaarplan.
Ze kunnen niet gemakkelijk sparen.
Ze kunnen geen geld van hun salaris
in een pensioenspaarplan stoppen
voordat ze het zien,
voor ze het kunnen aanraken.
En andere helft van de mensen?
Sommigen kiezen ervoor niet te sparen.
Ze zijn gewoon te lui.
Ze komen nooit zover om op een ingewikkelde website in te loggen
en 17 keer te klikken om deel te nemen aan een pensioenspaarplan.
Daarna moeten ze beslissen hoe ze gaan investesteren
in 52 keuzes,
en ze hebben nog nooit gehoord van een geldmarktfonds.
Ze raken overweldigd en doen gewoon niet mee.
Hoeveel mensen sparen mee in een pensioenspaarplan?
Een derde van de amerikanen.
Twee derde spaart nu niet.
Sparen ze genoeg?
Laat diegenen achterwege
die zeggen te weinig te sparen.
Eén van de 10
spaart genoeg.
Negen van de 10
kan niet aan een pensioenspaarplan meedoen,
beslist niet te sparen -- of beslist niks --
of spaart te weinig.
We denken dat het probleem is
dat mensen te veel sparen.
Laten we daar eens naar kijken.
We nemen één persoon --
hoewel, eigenlijk snijden we hem in tweeën
want het is minder dan één procent.
Grofweg een half procent van de amerikanen
vindt dat ze te veel sparen.
Wat gaan we daar aan doen?
Daar wil ik me echt op richten.
We moeten begrijpen
waarom mensen niet sparen,
en dan kunnen we hopelijk
de gedragsuitdagingen omzetten
in gedragsoplossingen,
en dan zien hoe krachtig het kan zijn.
Laat me eerst even afdwalen
voordat we de problemen gaan identificeren,
de uitdagingen, de gedragsuitdagingen,
die mensen van sparen weerhouden.
Ik dwaal even af en praat over bananen en chocolade.
Stel je voor dat we volgende week weer zo'n schitterend TED-evenement hebben.
En in de pauze
is er een snack
en je kunt kiezen voor bananen of chocolade.
Wie van jullie kiest voor bananen
tijdens dat hypothetische TED-evenement volgende week?
Wie gaat er voor bananen?
Mooi.
Ik voorspel wetenschappelijk onderbouwd
dat 74 procent voor de bananen zal gaan.
Tenminste dat is wat een prachtige studie voorspelt.
En dan tellen de dagen af
en kijken wat de mensen uiteindelijk eten.
Dezelfde mensen die zich voorstelden
bananen te gaan eten
bleken een week later echter
chocolade te eten.
Zelfbeheersing
is geen probleem in de toekomst.
Het is alleen nu een probleem
als de chocolade naast ons ligt.
Wat heeft dit te maken met tijd en spaargeld,
deze kwestie van onmiddellijke bevrediging?
Of zoals sommige economen het noemen: huidige voorkeur.
We weten dat we zouden moeten sparen.
Dat doen we volgend jaar wel, maar vandaag gaan we geld uitgeven.
Kerstmis komt eraan,
laten we eens voor iedereen cadeautjes gaan kopen.
Dus deze kwestie van huidige voorkeur
laat ons denken over sparen,
maar we gaan geld uitgeven.
Ik zal nog een
gedragsobstakel noemen voor sparen
dat te maken heeft met laksheid.
Maar weer een kleine afdwaling
naar het onderwerp van orgaandonatie.
Een prachtige studie die verschillende landen vergelijkt.
We bekijken twee vergelijkbare landen,
Duitsland en Oostenrijk.
Als je in Duitsland
je organen wilt doneren --
God verhoede dat er iets ergs
met je gebeurt --
als je je rijbewijs haalt of een identiteitsbewijs
kruis je het vakje aan bij:
"Ik wil graag mijn organen doneren."
Niet veel mensen kruisen graag vakjes aan.
Het vergt moeite. Je moet nadenken.
Twaalf procent doet het.
Oostenrijk, een buurland,
een beetje gelijk, een beetje verschillend.
Wat is het verschil?
Wel, je kunt nog steeds kiezen.
Je kiest
of je je organen wilt doneren of niet.
Maar als je je rijbewijs haalt,
moet je het vakje aankruisen
als je je organen niet wilt doneren.
Niemand kruist vakjes aan.
Dat is teveel moeite.
Eén procent kruist het vakje aan. De rest doet niks.
Niks doen in heel normaal.
Weinig mensen kruisen vakjes aan.
Wat is de uitwerking
op levens redden
en beschikbare organen?
In Duitsland kruist 12 procent het vakje aan.
Twaalf procent is orgaandonor.
Een groot tekort aan organen,
God verhoede, als je er een nodig hebt.
In Oostenrijk, kruist ook niemand het vakje aan.
Daarom is 99 procent van de mensen
orgaandonor.
Laksheid, gebrek aan actie.
Wat is de standaardinstelling
als mensen niks doen,
als ze blijven uitstellen, als ze geen vakje aankruisen?
Heel krachtig.
We gaan het hebben
over wat er gebeurt als mensen overweldigd en bang zijn
om hun pensioenspaarplankeuzes te maken.
Zorgen we ervoor dat ze automatisch meedoen aan het plan,
of worden ze uitgesloten?
In te veel pensioenspaarplannen
betekent niks doen
dat mensen niet gaan sparen voor hun pensioen,
als ze niet het vakje aankruisen.
Een vakje aankruisen kost moeite.
We spraken over een paar gedragsuitdagingen.
Nog eentje voor we de uitdagingen in oplossingen omdraaien,
die gaat met apen en appels.
Nee, nee, nee, dit is een echte studie
en het heeft een hoop te maken met gedragseconomie.
Eén groep apen krijgt een appel, ze zijn er best blij mee.
De andere groep krijgt twee appels, maar eentje wordt weggenomen.
Ze hebben nog een appel over.
Ze zijn erg kwaad.
Waarom heb je onze appel afgepakt?
Dit is de afkeer door besef van verlies.
We balen als we iets kwijt raken,
zelfs als het niet veel risico betekent.
Je zult balen als je uit de geldautomaat
100 dollar haalt
en ontdekt dat je een briefje van 20 dollar kwijt bent.
Het is heel pijnlijk,
hoewel het niks betekent.
Die 20 dollar hadden een snelle lunch kunnen zijn.
Dus deze afkeer van verlies
treedt ook op als het om sparen gaat,
want mensen ervaren sparen
mentaal, emotioneel en intuïtief
als een verlies,
want ik heb minder uit te geven.
We hebben het gehad over
allerlei gedragsuitdagingen
die uiteindelijk met sparen van doen hebben.
Als je denkt aan onmiddellijke beloning --
chocolade versus bananen --
het is pijnlijk om nu te sparen.
Het is veel leuker
om nu uit te geven.
We hadden het over laksheid en orgaandonoren
en het vakje aankruisen.
Als mensen een hoop vakjes moeten aankruisen
om aan een pensioenspaarplan mee te doen
dan blijven ze uitstellen
en doen niet mee.
En tot slot hadden we het over afkeer van verlies,
en apen en appels.
Als mensen het sparen voor pensioen
ervaren als een verlies,
zullen ze niet sparen voor hun pensioen.
Dus we hebben deze uitdagingen,
en wat Richard Thaler en mij
altijd heeft gefascineerd --
neem behavioral finance,
maak het behavioral finance op steroïden
of behavioral finance 2.0
of behavioral finance in aktie --
draai de uitdagingen om in oplossingen.
We bedachten een beschamend eenvoudige oplossing
genaamd: 'Spaar Meer, niet vandaag, Morgen'.
Hoe lost dat de uitdagingen op
waar we over praatten?
Als je nadenkt over het probleem
van bananen versus chocolade,
dan denken we dat we volgende week bananen zullen gaan eten.
We denken dat we volgend jaar meer zullen gaan sparen.
Spaar Meer Morgen
nodigt werknemers uit
om meer te sparen, misschien volgend jaar --
ooit in de toekomst
als we ons voor kunnen stellen
dat we bananen eten,
meer vrijwilligerswerk doen in de gemeenschap,
meer bewegen en allerlei dingen doen die goed zijn voor de planeet.
We spraken ook over het vakje aankruisen
en hoe moeilijk het is om een actie te ondernemen.
Spaar Meer Morgen
maakt het gemakkelijk.
Het is een automatische piloot.
Als je mij vertelt dat je meer wilt sparen in de toekomst,
laten we zeggen elke januari,
ga je automatisch meer sparen
en het wordt overgeheveld van je salarisstrook naar je pensioenspaarplan
voor je het ziet, voor je het aanraakt,
voor je te maken krijgt
met onmiddellijke beloning.
Maar wat doen we met de apen
en besef van verlies?
Als het weer januari wordt
kunnen mensen voelen dat als ze meer sparen,
ze minder kunnen uitgeven en dat is pijnlijk.
Misschien moet het niet alleen januari zijn.
Misschien moeten we mensen meer laten sparen
als ze meer geld verdienen.
Op die manier hoeven ze, als ze meer verdienen, als ze opslag krijgen,
niet in hun uitgaven te snijden.
Ze nemen een beetje
van de loonsverhoging mee naar huis
en geven meer uit --
leggen een beetje van de verhoging in
in een pensioenspaarplan.
Dus dat is het programma,
beschamend eenvoudig,
maar zoals we gaan zien,
extreem krachtig.
Richard Thaler en ik hebben het
voor het eerst toegepast
in 1998.
Een middelgroot bedrijf in het Middenwesten.
Arbeiders die
worstelden om hun rekeningen te betalen
vertelden ons herhaaldelijk
dat ze niet meteen meer kunnen sparen.
Vandaag meer sparen is geen optie.
We nodigden ze uit om
drie procent meer te sparen
elke keer dat ze loonsverhoging kregen.
En hier zijn de resultaten.
We zien hier een periode van drie en een half jaar,
met vier loonsverhogingen.
Mensen die met moeite konden sparen,
spaarden nu 3 procent van hun loon.
Drie en een half jaar later
sparen ze bijna vier keer zoveel,
bijna 14 procent.
En er staan schoenen en fietsen
en dingen op deze grafiek
want ik wil geen cijfers
in het luchtledige projecteren.
Ik wil echt nadenken over het feit
dat vier keer meer sparen
een enorm verschil maakt
als je bekijkt welke levensstijl
mensen zich kunnen veroorloven.
Het is echt.
Het zijn niet alleen cijfers op papier.
Door drie procent te sparen,
kunnen mensen leuke sneakers kopen
om op te gaan lopen.
Ze kunnen zich verder niks veroorloven.
Als ze 14 procent sparen
kunnen ze misschien mooie nette schoenen kopen
om mee naar de auto te lopen.
Dat is echt een verschil.
Tegenwoordig heeft zo'n 60 procent van de grote bedrijven
een programma als dit ingevoerd.
Het maakte onderdeel uit van de Pension Protection Act.
Uiteraard zijn Thaler en ik
gezegend met onze deelname aan dit programma
dat zoveel goed doet.
Laat me afronden
met twee belangrijke tips.
De eerste is dat behavioral finance
extreem krachtig is.
Dit is maar één voorbeeld.
Ten tweede:
er is nog een lange weg te gaan.
Dit is maar het topje van de ijsberg.
Denk aan mensen en hypotheken
en huizen kopen die je toch niet kunt betalen.
Daarover moeten we nadenken.
Denk aan mensen die teveel risico nemen,
niet begrijpen hoeveel risico ze nemen,
of te weinig risico nemen.
Daar moeten we aan denken.
Denk aan duizend dollar per jaar besteed
aan loten.
Daar moeten we aan denken.
Het record
is in Singapore.
Het gemiddelde huishouden
geeft elk jaar $4000 uit aan loten.
We hebben nog een lange weg te gaan,
een hoop op te lossen,
ook op pensioengebied
wat mensen doen met hun geld
als ze gepensioneerd zijn.
Nog een laatste vraag:
Wie van jullie is er gerust op
bij het plannen van je pensioen,
dat je een solide plan hebt
voor je pensioen, of
bij gebruik van sociale voorzieningen.
Welke leefstijl verwacht je?
Hoeveel heb je elke maand te besteden,
zodat je niet blut raakt?
Wie van jullie denkt dat hij een solide plan heeft voor de toekomst
wat betreft beslissingen voor na je pensionering?
Een, twee, drie, vier.
Minder dan drie procent
van een wereldwijs publiek.
Behavioral finance heeft nog een lange weg te gaan.
Er zijn veel kansen
om het telkens weer opnieuw te versterken.
Dank je.
(Applaus)