Ik zou jullie willen verzoeken om even de ogen te sluiten.
Stel jezelf voor dat je buiten staat,
voor de deur van je eigen huis.
Prent je de kleur in van de voordeur,
en van welk materiaal die is gemaakt.
Beeld je nu een grote groep nudisten in met overgewicht, op fietsen.
Ze strijden in een naakte wielerkoers,
en ze komen recht op je voordeur af.
Ik vind het belangrijk dat je dit goed voor je ziet.
Ze trappen zich een slag in de rondte, ze zweten,
ze stuiteren op-en-neer, in meerdere mate.
En dan rammen ze in volle vaart tegen de voordeur.
Overal zie je fietsen vliegen, de wielen komen voorbij rollen,
spaken komen op akelige plekken terecht.
Stap nu over de drempel van je voordeur
de hal binnen, of de gang, wat er ook aan de andere kant is,
en heb waardering voor de kwaliteit van het licht.
Dat licht schijnt op Koekiemonster.
Koekiemonster zwaait naar je,
vanaf zijn hoge zit, bovenop een lichtbruin paard.
Een pratend paard.
Je voelt z'n blauwe vacht praktisch aan je neus kriebelen.
Je ruikt het havermout- en rozijnenkoekje dat hij in z'n mond propt.
Loop hem voorbij. Loop langs hem heen de woonkamer in.
In jouw woonkamer, over de volledige bandbreedte van de verbeelding,
zie je Britney Spears voor je.
Ze heeft bijna niks om het lijf, en dansend op de salontafel
zingt ze "Hit Me baby One More Time".
Volg me dan naar je keuken.
In de keuken is een weg aangelegd van gele bakstenen
en uit de oven komen op je af:
Dorothy, de tinnen man,
de vogelverschrikker en de leeuw uit "De Tovenaar van Oz".
Ze komen hand in hand naar je toe huppelen.
Goed. Doe je ogen maar open.
Ik wil iets vertellen over een bizarre wedstrijd
die iedere lente wordt gehouden in New York City.
Die wedstrijd heet het Geheugenkampioenschap van de VS.
Ik ging verslag doen van die wedstrijd, een paar jaar geleden,
als een wetenschapsjournalist
in de verwachting dat dit
de Superbowl van de hoogbegaafden zou zijn.
Dit was een stel heren en een paar dames,
van uiteenlopende leeftijden, en met uiteenlopende hygiëne.
(Gelach)
Ze waren bezig met honderden willekeurige cijfers te onthouden,
door er één keer naar te kijken.
Ze memoriseerden de namen van vele tientallen vreemde personen.
Ze leerden hele gedichten uit het hoofd binnen een paar minuten.
Ze streden om te zien wie het snelste
de volgorde van een geschud kaartspel kon onthouden.
Ik vond het onvoorstelbaar.
Deze mensen zijn een speling van de natuur.
Toen ging ik met een paar deelnemers praten.
Dit is een jongeman genaamd Ed Cook
die uit Engeland was overgekomen,
waar hij zich mag scharen bij de best getrainde geheugens.
Ik zei tegen hem; "Ed, wanneer realiseerde je je
dat je hoogbegaafd was?"
Ed had zoiets, van: "Ik ben niet hoogbegaafd.
In feite heb ik maar een doorsnee geheugen.
Iedereen die hier meedoet, zal beweren
dat ze maar een doorsnee geheugen bezitten.
We hebben onszelf allemaal getraind
om deze hoogstandjes te vertonen met ons geheugen
door middel van een verzameling technieken uit de oudheid,
technieken die 2500 jaar geleden in Griekenland zijn uitgevonden,
dezelfde technieken die Cicero gebruikte
om zijn toespraken te memoriseren,
die middeleeuwse studenten gebruikten om complete boeken van buiten te leren."
Toen zei ik: "Wow. Waarom heb ik dit nog nooit eerder gehoord?
We stonden buiten de hal waar de wedstrijd werd gehouden
en Ed, een geweldige, briljante,
maar enigszins excentrieke Engelse jongeman,
zei tegen mij: "Josh, je bent een Amerikaanse journalist.
Ken jij toevallig Britney Spears?"
Ik: "Wat? Nee. Waarom?"
"Omdat ik Britney Spears wil leren hoe ze
een geschud spel kaarten kan onthouden,
op televisie, voor de hele Verenigde Staten.
Daarmee is wel bewezen dat echt ieder mens dit kan."
(Gelach)
Ik zei: "Tja, ik ben Britney Spears niet,
maar misschien zou je het aan mij kunnen leren.
Ik bedoel, je moet toch ergens beginnen?"
En dat was het begin van een bijzonder vreemde reis voor mij.
Het jaar daarop besteedde ik uiteindelijk het grootste deel van mijn tijd
niet alleen om mijn geheugen te trainen,
maar om het ook te onderzoeken,
om te proberen te begrijpen hoe het werkt,
waarom het soms niet werkt,
en wat voor potentie het eventueel heeft.
Ik heb een heleboel zeer interessante mensen ontmoet.
Dit is een man die E.P. heet.
Hij lijdt aan geheugenverlies en heeft, zeer waarschijnlijk,
het slechtste geheugen van de hele wereld.
Zijn geheugen was zo slecht
dat hij zich niet kon herinneren dat hij problemen had met zijn geheugen,
echt onvoorstelbaar.
Hij was zo'n ongelofelijk tragisch geval,
maar hij was een beeldbuis voor de mate waarin
ons geheugen ons maakt wie we zijn.
Het andere uiterste: ik heb deze man ontmoet.
Dit is Kim Peek.
Het personage van Dustin Hoffman in de film "Rain Man" is op hem gebaseerd.
We brachten een middag samen door
in de openbare bibliotheek van Salt Lake City om telefoonboeken te onthouden,
dat was een bruisende activiteit.
(Gelach)
Ik ging terug en las een hele berg verhandelingen over het geheugen,
verhandelingen die meer dan 2000 jaar geleden zijn geschreven
in het Latijn, in de oudheid
en later in de middeleeuwen.
En ik leerde een hele hoop interessante dingen.
Eén van die interessante dingen die ik heb geleerd
is dat, ooit,
het concept van een getraind, gedisciplineerd, ontwikkeld geheugen
ons helemaal niet zo vreemd was als tegenwoordig.
Er was een tijd dat mensen in hun geheugen investeerden
en veel moeite deden om het intellect op te vijzelen.
Gedurende de laatste paar duizend jaar
heeft de mens een hele reeks technologieën uitgevonden --
van het alfabet en de boekrol
tot de codex, de drukpers, de fotografie,
de computer, de smartphone --
die het steeds eenvoudiger hebben gemaakt
om ons geheugen extern op te slaan,
zodat we het in feite uitbesteden,
deze fundamentele menselijke vaardigheid.
Deze technologieën hebben onze moderne wereld mogelijk gemaakt,
maar ze hebben ons ook veranderd.
Cultureel zijn we veranderd,
en volgens mij ook cognitief.
Zonder de behoefte om dingen te onthouden,
lijkt het wel alsof we vergeten zijn hoe het moet.
Eén van de laatste plekken op aarde
waar nog steeds mensen gepassioneerd zijn
door een getraind, gedisciplineerd, ontwikkeld geheugen
is op die ene enkele geheugenwedstrijd.
Zo uniek is ze overigens niet,
er zijn over de hele wereld wedstrijden.
Ik was erdoor gefascineerd, ik wilde weten hoe zij het deden.
Enkele jaren geleden brachten onderzoekers van University College London
een paar geheugenkampioenen mee naar het lab.
Wat zij wilden weten:
hebben deze mannen hersenen
die op een of andere manier structureel of anatomisch verschillen van alle anderen?
Het antwoord was: nee.
Zijn ze slimmer dan alle anderen?
Ze namen een stel cognitieve tests af,
en het antwoord was: niet echt.
Er was echter één heel interessant en kenmerkend verschil
tussen de hersenen van de geheugenkampioenen
en de controlegroep waarmee ze werden vergeleken.
Toen ze deze mensen in een functionele MRI-scanner stopten,
hun hersenen scanden
terwijl ze cijfers, gezichten en plaatjes van sneeuwvlokjes moesten onthouden,
zagen ze dat bij de geheugenkampioenen
andere delen van de hersenen oplichtten
dan bij ieder ander.
Opmerkelijk: ze maakten, zo leek het, gebruik van
het deel van de hersenen dat betrokken is bij ruimtelijk geheugen en bij navigatie.
Waarom? En kan de rest hier iets van leren?
De sport van het memoriseren in wedstrijdverband
wordt gedreven door een soort wapenwedloop
waarbij ieder jaar iemand iets nieuws bedenkt
om meer dingen in kortere tijd te onthouden,
en dan moet de rest maar zien te volgen.
Dit is mijn vriend Ben Pridmore,
drievoudig wereldgeheugenkampioen.
Op het bureau voor hem liggen
36 willekeurige kaartspellen
die hij binnen één uur gaat proberen te onthouden
door middel van een techniek die hij heeft uitgevonden en die alleen hij beheerst.
Hij gebruikte een vergelijkbare techniek
om de precieze volgorde
van 4140 willekeurige binaire cijfers te onthouden
binnen een half uur.
Yeah.
En ondanks dat er veel verschillende manieren zijn
om dingen te onthouden in zo'n wedstrijd,
komt alles, alle technieken die ze gebruiken,
uiteindelijk neer op het concept
dat bij psychologen bekend staat als uitweidend coderen.
Dat kan goed uitgebeeld worden met een vernuftige paradox
die bekend staat als de Bakker/bakker paradox.
Die gaat zo:
Stel dat ik twee mensen vraag om hetzelfde woord te onthouden.
Ik zeg tegen jou:
"Onthoud dat er een kerel is die Bakker heet."
Dat is zijn naam.
En tegen jou zeg ik: "Onthoud dat er een kerel is die bakker is."
Ik kom daar op een later tijdstip bij je op terug
en vraag: "Weet je nog wat dat woord was
dat ik je een tijdje terug heb verteld?
Kun je je herinneren wat het was?"
Bij degene die verteld werd dat de naam Bakker is,
is het minder waarschijnlijk dat die het woord onthoudt
dan degene die verteld werd dat hij bakker is van beroep.
Hetzelfde woord, niet in dezelfde mate herinnerd, dat is vreemd.
Wat is hier aan de hand?
Wel, de naam Bakker heeft geen betekenis voor je.
Het staat volledig los
van alle andere herinneringen die in je hoofd zweven.
Maar het gewone naamwoord bakker,
we weten hoe een bakker eruit ziet.
Bakkers dragen grappige witte mutsen.
Bakkers hebben meel aan hun handen.
Bakkers ruiken lekker als ze van hun werk af komen.
We kennen misschien zelfs een bakker.
En zodra we dat woord voor het eerst horen,
haken we erop in met allerlei associaties
zodat het makkelijker is om het later weer op te vissen.
De kunst waar het allemaal op neerkomt
bij deze geheugenwedstrijden
en bij een verbeterd geheugen in het dagelijks leven
is het verzinnen van methoden om Bakkers, met een hoofdletter,
om te vormen in bakkers, in kleine letters --
om informatie met een gebrek aan context,
betekenis en strekking
zodanig om te vormen
dat ze betekenisvol wordt
in het kader van alle andere zaken die in je hoofd zitten.
Eén van de uitgebreidere technieken om dit te doen,
gaat terug tot de Oude Grieken, 2500 jaar geleden.
De techniek werd bekend als het geheugenpaleis.
Het verhaal achter de oorsprong gaat als volgt.
Er was een dichter, Simonides genaamd,
die een banket bijwoonde.
Hij was in feite ingehuurd om de mensen te vermaken,
want als je in die tijd een knalfeest wilde geven,
dan huurde je geen dj, dan huurde je een dichter.
Hij staat op, draagt zijn gedicht voor, uit het hoofd, loopt naar buiten,
en op dat moment stort de eetzaal in.
Iedereen die binnen was, werd gedood.
Niet alleen kwam iedereen om het leven,
de lichamen werden ook onherkenbaar verminkt.
Niemand kon navertellen wie er binnen was,
niemand kon navertellen waar ze zaten.
De lichamen kunnen niet fatsoenlijk worden begraven.
De ene tragedie bovenop de andere.
Simonides, die buiten staat,
de enige overlevende tussen het puin,
doet zijn ogen dicht en komt tot de ontdekking
dat hij zich voor de geest kan halen
waar alle gasten van het banket hadden gezeten.
Hij neemt de familieleden aan de hand mee
en leidt ze door het puin naar hun dierbaren.
Wat Simonides zich op dat moment realiseerde,
is iets dat we zelf eigenlijk wel aanvoelen,
namelijk dat we erg slecht zijn
in het herinneren van namen en telefoonnummers
en letterlijke instructies van onze collega's,
maar dat we een uitstekend geheugen hebben voor beelden en ruimte.
Als ik jullie zou vragen om de eerste 10 woorden te noemen
van het verhaal over Simonides zojuist,
dan is dat waarschijnlijk een erg moeilijke opgave.
Maar ik wil erom wedden:
als ik je vraag
wie er op een pratend, lichtbruin paard zit
in de hal, op dit moment,
dan zou je dat voor je kunnen zien.
Het idee achter het geheugenpaleis is
om in gedachten een bouwwerk te creëren
en dat te vullen met beelden
van de dingen die je wil onthouden --
hoe maffer, gekker, grilliger,
grappiger, ordinairder en hoe ranziger het beeld is,
des te onvergetelijker het waarschijnlijk is.
Dit advies dateert van meer dan 2000 jaar geleden
naar de allereerste Latijnse verhandelingen over het geheugen.
Dus, hoe werkt het?
Laten we zeggen dat je bent uitgenodigd
om op het hoofdpodium van TED een toespraak te houden
en je wil het uit het hoofd doen,
je wil het doen zoals Cicero het had gedaan als hij
bij TEDxRome te gast zou zijn geweest, 2000 jaar geleden.
Wat je bijvoorbeeld zou kunnen doen,
is jezelf in te beelden, bij de voordeur van je huis.
Je maakt jezelf een of andere
krankzinnige, belachelijke en onvergetelijke voorstelling
om je te herinneren dat je allereerst wil vertellen
over een volkomen bizarre wedstrijd.
Dan ga je je huis binnen,
en dan zie je het beeld van Koekiemonster
bovenop Mister Ed.
Dat is het geheugensteuntje
dat je dan Ed Cook wil introduceren.
Dan de voorstelling van Britney Spears
die je herinnert aan de grappige anekdote die je wil vertellen.
Je gaat de keuken in
en het vierde onderwerp waar je over gaat praten
was de vreemde reis die je een jaar lang maakte
en je hebt nog een paar vrienden om daaraan te helpen herinneren.
Op deze manier leerden Romeinse redenaars hun toespraken van buiten --
niet woord voor woord, daarmee ga je vast de mist in,
maar onderwerp voor onderwerp.
De uitdrukking "onderwerp van gesprek"
komt van het Griekse woord "topos"
dat "plaats" betekent.
Dat is een overblijfsel
uit de tijd dat mensen over rede en retoriek nadachten
in dit soort ruimtelijke begrippen.
De uitdrukking "in de eerste plaats"
is als de eerste plaats in je geheugenpaleis.
Ik vond het ronduit fascinerend
en ik ging er echt helemaal in op.
Ik bezocht nog een paar van die geheugenwedstrijden.
Ik kreeg het idee dat ik meer zou kunnen schrijven
over deze subcultuur van memoriseren in wedstrijdverband.
Maar er was een probleem.
Het probleem is dat een geheugenwedstrijd
een dodelijk saai evenement is.
(Gelach)
Werkelijk, het is alsof een stel mensen een examen zit te maken.
Het meest dramatische dat er ooit gebeurt,
is dat iemand over zijn slapen begint te wrijven.
Ik ben journalist, ik heb iets nodig om over te schrijven.
Ik weet dat er zich ongelofelijke dingen afspelen in hun hoofd
maar ik kan daar niet bij.
Toen wist ik dat, als ik dit verhaal wilde vertellen,
ik in hun schoenen moest gaan staan.
Toen ging ik proberen om 15 tot 20 minuten lang,
iedere morgen voordat ik de krant ging lezen,
gewoon te proberen om iets te onthouden.
Misschien een gedicht.
Misschien namen uit een oud jaarboek
dat ik gekocht had op een vlooienmarkt.
Ik ontdekte dat dit, tot mijn schok, erg leuk was.
Dat had ik echt niet verwacht.
Het is leuk omdat het niet zozeer gaat over geheugen trainen.
Wat je doet, is proberen om beter en beter te worden
in het creëren, bij elkaar fantaseren,
van die uiterst belachelijke, ordinaire, hilarische
en hopelijk onvergetelijke taferelen die in je gedachten afspelen.
Ik ging daar best ver in.
Dit ben ik, met mijn standaard trainingsuitrusting.
Een hoofdtelefoon
en een veiligheidsbril die helemaal afgedicht is
behalve twee kleine gaatjes,
want afleiding is de grootste vijand als je traint voor een geheugenwedstrijd.
Uiteindelijk kwam ik terug bij dezelfde wedstrijd waar ik het jaar daarvoor verslag van had gedaan,
Ik had het idee om eraan mee te doen,
een soort van experiment in participatiejournalistiek.
Dat zou een mooie epiloog worden voor mijn onderzoek, dacht ik.
Echter, het experiment sloeg op hol.
Ik won die wedstrijd,
wat eigenlijk helemaal niet de bedoeling was.
(Applaus)
Nou is het wel leuk
om toespraken te kunnen onthouden,
en telefoonnummers en boodschappenlijstjes,
maar eigenlijk doet dat niet echt ter zake.
Het zijn gewoon trucjes.
Het zijn trucjes die werken
omdat ze gebaseerd zijn op simpele basisprincipes
van hoe onze hersenen werken.
Je hoeft geen geheugenpaleizen te bouwen
of stapels speelkaarten in te prenten
om te profiteren van een klein beetje inzicht
in hoe je verstand werkt.
We hebben het vaak over mensen met een goed geheugen
alsof het een aangeboren gave is,
maar dat is niet het geval.
Een goed geheugen is aangeleerd.
Op het laagste niveau onthouden we als we opletten.
We onthouden iets als we diep betrokken zijn.
We onthouden wanneer we in staat zijn
om een stukje informatie en ervaring te nemen
en uit te vinden wat voor ons de strekking is,
waarom het belangrijk is, waarom het kleurrijk is,
als we in staat zijn om het om te zetten op zo'n manier
dat het zinnig wordt
als je nagaat dat er veel meer dingen in ons hoofd zitten,
wanneer we in staat zijn om Bakkers om te vormen tot bakkers.
Het geheugenpaleis en geheugentechnieken
zijn gewoon een kortere weg.
In wezen is het niet eens een kortere weg.
Ze werken, omdat ze je laten werken.
Ze dwingen af dat je dingen dieper verwerkt,
een soort van aandachtigheid,
iets dat de meesten van ons niet de hele tijd lopen te oefenen.
Er is geen kortere weg voor.
Zo worden dingen gedenkwaardig.
De boodschap die ik jullie wil geven, is
de indruk die E.P.,
die zich door geheugenverlies zijn geheugenprobleem niet kon herinneren,
op mij heeft gemaakt,
namelijk de gedachte
dat ons leven de som van onze herinneringen is.
Hoeveel zijn we bereid te verliezen
uit ons leven, dat toch al kort is,
door onszelf te verliezen in onze Blackberries, onze iPhones,
door niet te letten op het menselijk wezen tegenover ons
dat met ons praat,
door zo lui te zijn dat we niet bereid zijn
om dingen diep te verwerken?
Ik heb uit de eerste hand geleerd
dat er onvoorstelbare vermogens
verscholen liggen in ieders geheugen.
Maar als je een gedenkwaardig leven wil leven,
moet je het soort persoon zijn
dat zich herinnert om te onthouden.
Dankjewel.
(Applaus)